De wateropstraat tegel werkt in essentie als een reservoirmodel met een gelimiteerde overloopcapaciteit. Bij het overschrijden van die overloopcapaciteit is het sprake van water op straat.
Het reservoirmodel functioneert als volgt. Het regenwater vult de berging van de voorziening die met een bepaalde ledigingscapaciteit weer leegloopt. Bij een rioolstelsel is dat de capaciteit van de pomp naar de rwzi, bij een infiltratiesysteem de waterdoorlatendheid (k-waarde) naar de bodem en bij een groen dak de verdamping naar de atmosfeer.
Raakt de berging van de voorziening vol, dan treedt een overloop in werking (als deze aanwezig is). Aan de overloopcapaciteit kan een grens zitten. Zo is een rioolstelsel normaliter ontworpen op een overloop capaciteit van 60 tot 90 l/s/ha.
Als het heel hard regent, kan de overloop het aanbod van regenwater niet meer verwerken. Dan komt water op straat te staan. Op dat moment is nog geen sprake van overlast.
De straat kan een bepaalde hoeveelheid regen water bergen voordat dit tot overlast leidt. Pas als de straat het overtollige water niet meer aankan, ontstaat overlast. Bijvoorbeeld doordat kelders of woningen onderlopen. Water op straat is vaak acceptabel, maar langdurig water op straat kan ook tot overlast leiden.
De kleuren van de geschematiseerde componenten in de rekentool corresponderen met die in de grafieken met simulatieresultaten.
Publicaties
– De STOWA/RIONED publicatie Regenwatersystemen op de testbank beschrijft een brede toepassing van de WaterOpStraat tegel.
– In de RIONEDnieuws publicatie Klimaattest stad versus Polder (2017) is met de WaterOpStraat tegel een vergelijking gemaakt van het effect van de ontwikkeling van het functioneren van de stad versus de polder.